Wat als we echt samenwerken?

Een pilot over regie, houvast en gedeelde verantwoordelijkheid

Wat als therapeut en cliënt écht samenwerken op basis van gelijkwaardigheid? Niet omdat hun rollen identiek zijn, maar omdat beide perspectieven essentieel zijn voor een effectief en op maat gemaakt begeleidingsproces. Deze pilot onderzoekt hoe een vaste structuur, gecombineerd met flexibele werkvormen, bijdraagt aan meer regie voor de cliënt en houvast voor de professional. We delen onze inzichten en lessen en nodigen je uit om mee te denken en mee te doen.

Inleiding

Therapeutische samenwerking wordt vaak belemmerd door twee verschillende “talen”. Enerzijds werkt de professional met vaste kaders, diagnostiek en gespecialiseerde terminologie. Anderzijds baseert de cliënt zich op persoonlijke ervaringen en emoties. Deze pilotstudie onderzoekt hoe het combineren van deze twee perspectieven leidt tot een effectiever, persoonlijker en transparanter therapeutisch proces.

De onderzoeksvraag

Centraal in de pilot staat de vraag:

“Hoe kunnen psycholoog en cliënt hun verschillende perspectieven zo combineren dat zij samen een effectiever en op maat gemaakt begeleidingsproces creëren?”

Hiermee onderzoeken we hoe de combinatie van professionele inzichten en persoonlijke ervaringen een brug kan slaan tussen de traditionele en de ervaringsgerichte aanpak.

Uitgangspunten en hypotheses

De verkenning rust op vier kernhypotheses:

  • Gelijkwaardigheid van perspectieven: Er bestaat niet één juiste taal om over psychologische processen te spreken. Zowel de professionele taal als de taal van persoonlijke ervaring zijn waardevol en moeten samen worden gebruikt.

  • Visuele communicatie als brug: Beelden en tastbare elementen kunnen de kloof tussen professionele en persoonlijke beleving overbruggen. Zo maken ervaringskaarten emoties en ervaringen concreet.

  • Transparantie in fasen: Een gedeeld begrip van het proces geeft houvast aan zowel cliënt als therapeut. Een duidelijk fasemodel helpt bij het herkennen van de huidige positie in het traject.

  • Ervaringsgerichte werkvormen: Non-verbale en tastbare expressies bieden ruimte voor nieuwe inzichten. Deze werkvormen zetten in op lichamelijke ervaringen en intuïtieve signalen als belangrijke informatiebronnen in de therapie.

De verbinding tussen inzicht en autonomie

Meer inzicht in het therapeutische proces leidt tot meer autonomie voor de cliënt. Als cliënten begrijpen in welke fase zij zich bevinden, welke opties er zijn en welke rol zij kunnen spelen, verschuift hun positie van passieve ontvanger naar actieve partner. Dit gezamenlijke proces ontstaat door het ontwikkelen van een gedeelde taal en door visuele weergave van het traject, wat de samenwerking structureel versterkt.

Abductief denken en framing: de brug tussen design thinking en psychologie

Binnen design thinking spelen abductief denken en framing een cruciale rol. Volgens Kees Dorst zorgen deze concepten ervoor dat we niet vasthouden aan bestaande denkkaders, maar nieuwe perspectieven en mogelijkheden ontdekken.

Abductief denken is het proces waarbij we vanuit observaties creatieve hypothesen genereren. In plaats van vast te houden aan de logica van deductie of inductie, opent abductief denken de deur naar meerdere mogelijke verklaringen. Dit stimuleert zowel therapeuten als cliënten om onverwachte oplossingen te verkennen.

Framing betekent het bepalen van de juiste context voor een probleem, zodat we de situatie vanuit een nieuw perspectief kunnen bekijken. Door een probleem anders te framen, verleggen we de aandacht en ontdekken we alternatieve benaderingen. Deze werkwijze is essentieel om traditionele denkkaders te doorbreken en biedt ruimte voor vernieuwende inzichten in zowel design als therapie.

De combinatie van abductief denken en framing maakt het mogelijk om professionele kaders te verbinden met de rijke, persoonlijke ervaringen van cliënten. Zo ontstaan nieuwe, gezamenlijke inzichten die zowel de professionele als de ervaringsgerichte aanpak versterken.

Het fasemodel: een verkennend kader

Wij hebben een model ontwikkeld dat beide perspectieven integreert in vijf fasen, elk met een invulling vanuit het professionele en het ervaringsperspectief. Dit model helpt om het therapeutische proces inzichtelijk en toegankelijk te maken.

  • Observatie en diagnostiek / Mijn situatie begrijpen: De therapeut brengt de huidige situatie van de cliënt in kaart, terwijl de cliënt leert om eigen ervaringen te plaatsen.

  • Patroonanalyse / Verbanden zien: Er worden terugkerende gedragingen en emoties geïdentificeerd, wat helpt om patronen te ontdekken.

  • Interventiekeuze / Mogelijkheden onderzoeken: Samen worden opties verkend en keuzes gemaakt voor verdere interventies.

  • Experimentele fase / Nieuw gedrag uitproberen: Nieuwe gedragingen worden getest, zodat beide perspectieven ruimte krijgen om te experimenteren.

  • Evaluatie en borging / Vasthouden wat werkt: Het proces wordt geëvalueerd en wat effectief blijkt, wordt verankerd in het dagelijks leven.

Deze fases vormen een gedeeld kader dat zowel de professionele als de persoonlijke benadering omarmt.

Oriënterende onderzoeken

Uit eerste oriënterende onderzoeken kwamen diverse inzichten naar voren. Zo bleek dat tactiele hulpmiddelen zoals procesdragers complexe ervaringen inzichtelijk maken, vooral wanneer emoties en lichamelijke sensaties een rol spelen. Visualisatie activeert zowel zintuiglijke als emotionele processen, wat leidt tot diepere reflectie. Bovendien laat een flexibele structuur de professional toe waardevolle inzichten te delen zonder de persoonlijke beleving van de cliënt te overschrijven. Dit bewijst dat een consistent kader, gecombineerd met ruimte voor persoonlijke creativiteit, goed aansluit bij diverse therapeutische benaderingen.

Huidige fase: conceptuele ontwikkeling en praktijktoepassing

Wij bevinden ons in een fase van inductieve ontwikkeling, waarin praktijkervaringen worden verzameld en ons model voortdurend wordt aangepast op basis van feedback. Tegelijkertijd testen we nieuwe hulpmiddelen die de communicatie en samenwerking verbeteren, zodat het proces steeds effectiever en inzichtelijker wordt.

Procesdragers: tastbare hulpmiddelen

In workshops onderzoeken we verschillende vormen van procesdragers. Deze hulpmiddelen geven de cliënt meer controle over het therapeutische proces en versterken de communicatie tussen cliënt en professional. Voorbeelden hiervan zijn ervaringskaarten die emoties en lichamelijke sensaties visueel maken, en patroonherkenningskaarten die helpen om terugkerende gedachten en gedragingen te structureren.

Aankomende workshops en participatie

Binnenkort organiseren we workshops voor professionals in de GGZ, cliënten, studenten psychologie en interdisciplinaire professionals. In deze sessies verkennen we nieuwe communicatievormen, delen we perspectieven op therapeutische processen en maken we kennis met ervaringsgerichte werkvormen. Wij nodigen je uit om mee te denken en je inzichten, literatuur of theoretische ideeën te delen. Samen zetten we de eerste stappen naar een echt co-creatief proces.

Conclusie: wat als we écht samenwerken?

Onze eerste bevindingen benadrukken de potentie van een gedeelde taal, aangevuld met visuele en ervaringsgerichte hulpmiddelen en het gebruik van abductief denken en framing. Deze combinatie lijkt de basis te leggen voor een gezamenlijke regie tussen professional en cliënt, wat kan leiden tot meer autonomie, helderheid en effectiviteit in het therapeutisch proces.

Heb je interesse of wil je meer weten? Neem gerust contact met ons op via het contactformulier en draag bij aan deze inspirerende pilotstudie.

Dit artikel is het resultaat van een continue dialoog tussen praktijk, onderzoek en design. Samen bouwen we aan een toekomst waarin de kracht van samenwerking centraal staat.